Bedreigde en verdwenen land- en zoetwaterweekdieren in Nederland (Mollusca) basisrapport met voorstel voor de rode lijst Dit rapport bevat het voorstel voor een Rode Lijst voor Nederlandse terrestrische en aquatische weekdieren. Voor de vertegenwoordigers van het fylum Mollusca wordt behalve de naam ‘weekdieren’, ook ‘mollusken’ gebruikt, of ‘schelpdieren’. In de lijst is een onderverdeling gemaakt in terrestrische mollusken (landslakken) en aquatische mollusken (waterslakken en twee– kleppigen). In de laatste categorie vallen alle soorten uit zoet, binnendijks water. De mariene aquatische soorten zijn, uitgezonderd enkele in binnendijks brak water voorkomende soorten, buiten beschouwing gebleven. Indien gesproken wordt van aquatische mollusken, wordt dan ook steeds bedoeld: ‘exclusief puur mariene soorten’. De Rode Lijst werd samengesteld in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, door EIS-Nederland en de ANM-projectgroep (Atlasproject Nederlandse Mollusken), in samenwerking met Stichting ANEMOON. Om te komen tot het voorstel, werden aan de hand van de verspreidingsgegevens in de ANM-molluskendataset berekeningen gemaakt met behulp van een zeldzaamheidscriterium: de relatieve areaalgrootte in de periode 1985-2000 (de actuele periode) en een trendcriterium: de relatieve areaalgrootte uit de periode 1985-2000, vergeleken met 1900-1965 (de referentieperiode). Beide criteria zijn vastgesteld door het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) en worden gebruikt bij het definiëren van Nederlandse Rode Lijstsoorten. Aan de hand van de berekende waarden zijn vervolgens alle terrestrische en niet-mariene aquatische mollusken die als inheems worden beschouwd, ingedeeld in klassen. Van de 68 beschouwde soorten aquatische mollusken wordt voorgesteld er 27 op te nemen op de Rode Lijst (basistabel A). Hiervan zijn er 3 gekwalificeerd als verdwenen (VN), 3 als ernstig bedreigd (EB), 6 als bedreigd (BE), 14 als kwetsbaar (KW) en 1 als gevoelig (GE). Van de inheemse soorten die niet op de Rode Lijst zijn geplaatst, kunnen er momenteel 40 gekwalificeerd worden als thans niet bedreigd (TNB). Van 5 soorten zijn onvoldoende betrouwbare gegevens voorhanden (categorie OG). Hiernaast zijn in Nederland nog 9 soorten levend aangetroffen die volgens de LNV-criteria ‘niet inheems’ en ‘nog niet ingeburgerd’ zijn (exoten/gasten). Deze zijn nog niet opgenomen in de Rode Lijst, voor sommige zijn echter al wel de analyseresultaten gegeven (basistabel C). Eén soort wordt niet meer tot de Nederlandse fauna gerekend. Van de 93 beschouwde terrestrische mollusken wordt voorgesteld er 41 op te nemen op de Rode Lijst (basistabel B). Hiervan zijn er 2 gekwalificeerd als verdwenen (VN), 4 als ernstig bedreigd (EB), 12 als bedreigd (BE), 16 als kwetsbaar (KW) en 7 als gevoelig (GE). Van de inheemse soorten die niet op de lijst zijn geplaatst, kunnen er momenteel 53 gekwalificeerd worden als thans niet bedreigd (TNB). Van 3 soorten zijn de gegevens dusdanig beperkt of onbetrouwbaar, dat deze moesten worden geplaatst in de categorie onvoldoende gegevens (OG). Het gaat onder andere om soortcomplexen waarbinnen meerdere recent opgesplitste soorten vallen (zie 3.1). Naast de 97 als inheems beschouwde terrestrische soorten, komen in Nederland 19 soorten voor die volgens de LNV-criteria ‘niet inheems’ en ‘nog niet ingeburgerd’ zijn (exoten/gasten). Hoewel van een aantal soorten inmiddels wel degelijk redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ze zijn ‘ingeburgerd’, werden deze nog niet opgenomen in de Rode Lijst. Van sommige zijn echter al wel de analyseresultaten gegeven (basistabel C).

, , ,
European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden
Staff publications

de Bruyne, R. H., Wallbrink, H., & Gmelig Meyling, A. (2003). Bedreigde en verdwenen land- en zoetwaterweekdieren in Nederland (Mollusca) basisrapport met voorstel voor de rode lijst. European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.