Sprinkhanen in de uiterwaarden rond Zaltbommel In opdracht van Rijkswaterstaat, Directie Oost, werd door EIS-Nederland in 2001 een inventarisatie verricht in vijf uiterwaarden langs de Waal ten oosten (rechter- en linkeroever) en westen (linker-oever) van Zaltbommel. Deze inventarisatie dient mogelijk als basis voor verder onderzoek naar de indicatorwaarde van ongewervelden in de uiterwaarden. De inventarisatie richtte zich op sprinkhanen, libellen, bijen, wespen, zweefvliegen en spinnen. In dit rapport worden de resultaten met betrekking tot de sprinkhanen behandeld. De tijdens dit onderzoek geïnventariseerde uiterwaarden betreffen de Breemwaard, Gamerensche waard, Heesseltsche waard, Hurwenensche waard en de Rijswaard. In totaal werden twaalf soorten sprinkhanen waargenomen. Het aantal soorten per uiterwaard varieerde van 9 tot 12 (zie onderstaande tabel). De verwachting is dat bij verder onderzoek het aantal soorten per uiterwaard rond de 12 blijft. Uiterwaard Aantal soorten sprinkhanen Breemwaard 10 Gamerensche waard 9 Heesseltsche waard 9 Hurwenensche waard 11 Rijswaard 12 Van de negen in het Nederlandse uiterwaardengebied algemene soorten werden er acht aangetroffen. Twee Nederlandse soorten, de bramensprinkhaan Pholidoptera griseoaptera en het kalkdoorntje Tetrix tenuicornis, hebben een belangrijk deel van hun areaal in het uiterwaardengebied. De bramesprinkhaan is algemeen in alle onderzochte uiterwaarden aangetroffen. Het kalkdoorntje is in 1994 bij de spoordijk bij Zaltbommel gevonden maar is bij de huidige inventarisaties niet aangetroffen. Op de gouden sprinkhaan Chrysochraon dispar na zijn alle aangetroffen soorten algemeen in Nederland. De gouden sprinkhaan is vrij zeldzaam en staat op de Rode lijst als kwetsbaar. De precieze biotoop van deze soort in de uiterwaarden is niet bekend. Wel lijkt het erop dat deze soort in de uiterwaarden veel drogere biotopen prefereert dan in de rest van Nederland. Sprinkhanen zijn in Nederland een soortenarme groep en in de uiterwaarden komen relatief weinig karakteristieke soorten voor. Dit maakt sprinkhanen ten opzichte van soortenrijkere groepen minder geschikt om als indicatoren te dienen. Wel is het misschien mogelijk om uitspraken te doen aan de hand van kwantitatieve gegevens maar hierover is nog weinig informatie beschikbaar.

, ,
European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden
Staff publications

Kalkman, V. (2002). Sprinkhanen in de uiterwaarden rond Zaltbommel. European Invertebrate Survey - Nederland, Leiden.