Beschermingsplan moerassprinkhaan & zompsprinkhaan in Gelderland Sprinkhanen en krekels horen tot de best bekende insecten van Nederland. Sommige soorten sprinkhanen breiden zich in rap tempo uit (sikkelsprinkhaan, zuidelijk spitskopje) en recent zijn zelfs weer nieuwe soorten voor de Nederlandse fauna gevonden (lichtgroene sabelsprinkhaan, boomkrekel). Het lijkt daarmee goed te gaan met de Nederlandse sprinkhanen, maar tegenover de nieuwkomers staan diverse soorten die bedreigd zijn of zelfs al uit Nederland zijn verdwenen. In tegenstelling tot de weinig kieskeurige nieuwkomers zijn de bedreigde soorten aangewezen op bijzondere habitats. Het voorliggende beschermingsplan voor de provincie Gelderland richt zich op twee van de bedreigde soorten van natte habitats: de moerassprinkhaan Stethophyma grossum en de zompsprinkhaan Chorthippus montanus. De Provincie Gelderland is zeer belangrijk voor de Nederlandse sprinkhanenfauna: van de 18 soorten van de Rode Lijst zijn er 15 uit deze provincie bekend. De Provincie Gelderland is zich bewust van de verantwoordelijkheid die zij heeft voor haar sprinkhanenfauna. Dit blijkt uit het eerder verschenen beschermingsplan voor de zadelsprinkhaan en de kleine wrattenbijter, dat eveneens in opdracht van de Provincie is opgesteld (Reemer & van Hoof 2005). Voor het opstellen van het BESCHERMINGSPLAN MOERASSPRINKHAAN EN ZOMPSPRINKHAAN zijn allereerst alle recente vindplaatsen van de moeras- en zompsprinkhaan bezocht om de huidige status vast te stellen. Vervolgens zijn de knelpunten en mogelijkheden in het beheer verkend. Er is contact gezocht met de beheerders van de betreffende natuurterreinen, om zo tot maatregelen te komen die ook bij de betrokkenen op draagvlak kunnen rekenen. Het project is uitgevoerd door Stichting EIS-Nederland en Bureau Natuurbalans - Limes Divergens in opdracht van de Provincie Gelderland. Dankzij een bijdrage van de Provincie Utrecht konden ook de gebieden Blauwe Hel en Wagensveld - beide juist tegen de grens met Gelderland gelegen - in het project worden betrokken. Op acht van de 12 locaties waar de moerassprinkhaan sinds 1980 is gevonden, kon de soort in 2005 niet worden teruggevonden. Uiteindelijk resteren vier plekken in Gelderland waarvan met zekerheid nog populaties bekend zijn. De zompsprinkhaan was buiten de concentratie van populaties in de oostelijke Achterhoek sinds 1980 op vijf locaties in Gelderland gevonden. Van deze vijf vindplaatsen bleken er drie betrekking te hebben op nog bestaande populaties. Bovendien is er nog een voorheen onbekende populatie ontdekt. Daarmee komt het aantal populaties buiten de oostelijke Achterhoek op vier. De populaties van beide soorten liggen geïsoleerd, dus de beheerders van de betreffende terreinen worden aangemoedigd om in hun beheer rekening te houden met deze kwetsbare soort. In het voorliggende BESCHERMINGSPLAN MOERASSPRINKHAAN EN ZOMPSPRINKHAAN zijn dan ook algemene aanbevelingen per soort gegeven en tevens is het beheer specifiek per deelgebied vermeld. Middels een prioritering is de noodzakelijkheid van de maatregelen aangegeven. Daarbij is de mate van bedreiging en kwetsbaarheid van de populaties. Kleine populaties op een kleine oppervlakte kregen de hoogste prioriteit in de uitvoering. Voor de moerassprinkhaan hebben de gebieden Blauwe Hel en Emsterbroek de hoogste prioriteit gekregen. Voor de zompsprinkhaan krijgt het Lampenbroek de hoogste prioriteit.

, , , ,
European Invertebrate Survey - Nederland & Natuurbalans, Leiden
Staff publications

Reemer, M., & Krekels, R. F. M. (2006). Beschermingsplan moerassprinkhaan & zompsprinkhaan in Gelderland. European Invertebrate Survey - Nederland & Natuurbalans, Leiden.