Gelderland en sprinkhanen De Provincie Gelderland is belangrijk voor de Nederlandse sprinkhanenfauna: van de 18 soorten van de Rode Lijst zijn er 15 uit deze provincie bekend. De Provincie Gelderland is zich bewust van de verantwoordelijkheid die zij heeft voor de Nederlandse sprinkhanenfauna. Dit blijkt uit ondermeer de beschermingsplannen die in de afgelopen jaren zijn opgesteld voor zadelsprinkhaan en de kleine wrattenbijter, moerassprinkhaan en de zompsprinkhaan en wrattenbijter. Deze sprinkhaansoorten zijn samen met de veldkrekel en de blauwvleugelsprinkhaan de meest bedreigde sprinkhaansoorten van Gelderland. De veldkrekel draait vanaf 2007 mee in het ‘leefgebiedenbeleid’ van het Ministerie van LNV en EIS zal in dat kader een voorstel doen voor een beschermingsplan waar deze soort van profiteert. De blauwvleugelsprinkhaan staat echter niet op de soortenlijst voor de leefgebiedenplannen en valt dus buiten de boot. Het voorliggende beschermingsplan poogt de verdere achteruitgang van de blauwvleugelsprinkhaan in Gelderland te stoppen en het voortbestaan van de populaties te waarborgen. Hiertoe zijn de actuele populaties nader onderzocht en worden handvaten geboden voor concrete uitvoeringsmaatregelen. De blauwvleugelsprinkhaan De blauwvleugelsprinkhaan (Oedipoda caerulescens) is een vrij grote, meestal grijze veldsprinkhaan met donkere banden over voorvleugels, achterpoten en achterlijf. De soort is sterk warmteminnend en komt voor op open terreinen met grote stukken onbegroeide, zandige bodem, zoals in half vastgelegde duingebieden, randzones van stuifzanden en op kale grond tussen struikheidevegetaties. Plaatselijk wordt de soort ook op kapvlakten en spoorwegemplacementen gevonden. In heide- en stuifzandgebieden lijkt de soort een voorkeur te hebben voor plekken met enige beschutting, bijvoorbeeld inhammen in bosranden of kleinere heideveldjes omsloten door bos. Vrouwtjes leggen eieren in onbegroeide, onbeschaduwde zandbodem, bijvoorbeeld op kale zandplekjes tussen korstmos. Het voedsel bestaat uit diverse kruiden, grassen zijn van geringer belang (dit in tegenstelling tot andere soorten als bruine sprinkhaan en knopsprietje die juist overwegend grassen eten). Bedreiging en beheer De voornaamste bedreiging voor de blauwvleugelsprinkhaan is de afname van het areaal aan heide en stuifzand. Daarnaast is de dynamiek in dergelijke terreinen afgenomen en hebben vergrassing, verbossing en vermossing een ongunstige invloed. Beheer dat is gericht op het behoud van de blauwvleugelsprinkhaan zal zich op die zaken moeten concentreren. EIS & BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS BV Blauwvleugelsprinkhaan in Gelderland 5 Beperkte verspreiding en weinig dieren in Gelderland In de periode 1980-2006 is de blauwvleugelsprinkhaan in 23 gebieden in Gelderland gevonden. In 2007 zijn deze 23 gebieden (en één extra gebied) onderzocht en de blauwvleugelsprinkhaan is in 7 gebieden teruggevonden. In de meeste gevallen betrof het tevens een gering aantal dieren per gebied. Het is mogelijk dat de soort in sommige gebieden over het hoofd is gezien. In het verleden is namelijk ook al gebleken dat het aantal individuele blauwvleugelsprinkhanen beperkt is op binnenlandse heideterreinen. In duingebieden en langs spoorlijnen in Limburg blijken de dichtheden hoger te zijn. Mogelijk zijn nog onontdekte populaties voorhanden, op kleine, beschutte en nog niet onderzochte heideterreintjes. Toch lijkt het er op dat de soort uit veel Gelderse gebieden verdwenen is. Maatregelen De uit te voeren maatregelen zijn per deelgebied aangegeven. Met name het creëren van open zand is van belang voor duurzaam behoud. De geleidelijke overgangen van heide naar bos kunnen zorgen voor de gewenste kruidachtige vegetaties die de blauwvleugelsprinkhaan ten goede komen. Verbinden De kleine heideterreinen verliezen door natuurlijke successie alle hun pioniersituatie en daarmee ook de blauwvleugelsprinkhaan. In grotere terreinen met voldoende dynamiek zullen de sprinkhanen elders een geschikt plekje kunnen vinden. Het is dan ook van belang om de verschillende heideterreinen met elkaar te verbinden. Uitwisseling en herkolonisatie kan dan optreden. In het voorliggende rapport zijn daar vele voorbeelden voor gegeven. Prioritering De prioritering voor de uitvoering van maatregelen is gebaseerd op de aan- of afwezigheid van blauwvleugelsprinkhanen, urgent gewenst beheer en de kansrijkdom voor ontwikkeling van het gewenste biotoop. Tevens is aangegeven of het gebied aansluiting kan vinden bij de kerngebieden en verbindingszones zoals voorgesteld in het rapport VELUWSE HEIDE VERBONDEN. Enkele populaties missen die aansluiting en zouden bij gebiedsinrichtingen op basis van dat rapport buiten de boot vallen.

, , , , ,
EIS-Nederland, Leiden
Staff publications

Reemer, M., & Krekels, R. F. M. (2008). Beschermingsplan blauwvleugelsprinkhaan in Gelderland. EIS-Nederland, Leiden.