INLEIDING Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee heeft gedurende vele jaren incidentele en gerichte gegevens verzameld van diersoorten voorkomend langs de Nederlandse kust. Daartoe werden vanaf 1932 regelmatig aan leden van de Helderse vissersvloot premies betaald voor het aanbrengen van o.a. bijzondere zeedieren. Zeevissen namen een belangrijke plaats in. Vele van de op deze wijze aangevoerde vissen werden gevangen in het kustgebied van IJmuiden tot de Duitse Bocht. In Nederland komen 137 soorten zeevissen voor, waarvan het voorkomen min of meer bekend is. De algemene soorten worden òf regelmatig door beroepsvissers gevangen en deze vangsten worden dan eens per jaar in de visserij statistieken gepubliceerd, òf regelmatig door onderzoekingsschepen — van instituten die zich bezig houden met het zeeonderzoek — gevangen. Het voorkomen van deze categorie vissen moet dus als bekend worden beschouwd. Ook het voorkomen van de zeldzame en schaarse soorten is redelijk goed bekend, want over het algemeen wordt een dergelijke vangst of vondst gepubliceerd. De categorie vissen, die tussen deze twee grote groepen in ligt en die de „minder gewone" of „minder algemene" vissen worden genoemd (Boer, 1973), zijn daarentegen slecht bekend. In faunistische publicaties, waarvan die van Nijssen (1966) de belangrijkste is, worden de soorten van deze groep aangeduid met „vrij zeldzaam" of „minder algemeen", soms als „zeldzaam". In deze publicatie wordt aan die categorie aandacht geschonken. Rest ons nog te vermelden dat onder een „minder gewone" vis wordt verstaan een vis die gemiddeld minder dan tien en meer dan eenmaal per jaar op het