I. INLEIDING De vaak gestelde vraag of er in de Nederlandse Antillen ook zeekreeften voorkomen, kan naar gelang van de definitie van het woord zeekreeft zowel ontkennend als bevestigend beantwoord worden. Dat de nederlandse zeekreeft, Homarus gammarus (Linnaeus), er niet voorkomt zal wellicht niemand bevreemden, maar ook de noordamerikaanse soort, Homarus americanus H. Milne Edwards, ontbreekt er. Wel vindt men in de zeeën rondom de Nederlandse Antillen andere kreeften, die echter niet tot de familie der echte zeekreeften (Nephropsidae) behoren, doch tot de families van de langoesten (Palinuridae) en beerkreeften (Scyllaridae). In tegenstelling met de Nephropsidae hebben deze laatste twee families geen echte scharen aan de eerste drie paren looppoten. Van de langoesten zijn tot nu toe vier soorten in de Nederlandse Antillen gevonden, terwijl er twee soorten beer- of zandkreeften aangetroffen werden. Deze zes soorten zullen hieronder uitvoerig besproken worden. Enkele andere soorten kreeften zijn in het overige West Indië waargenomen, doch dit zijn meest dieren uit het diepere water. Mocht echter een dergelijke, hier niet besproken soort in de Nederlandse Antillen gevangen worden, dan is dit een zeer belangrijke vondst en verdient het aanbeveling het exemplaar ter identificatie op te zenden aan het Caraibisch Marien Biologisch Instituut, Piscadera Baai, Willemstad, Curaçao (postadres Berg Carmelweg 7, Willemstad), of aan het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden, waar het dan aan een nader onderzoek zal worden onderworpen. De dieren worden het best geconserveerd in 70 % alcohol of in een 4 % formaline oplossing; soms is aan droge schilden (zowel die van de staart als van het kop-borst-