Inleiding Bij het determineren van zeepokken materiaal dat zich in de collectie van het Delta Instituut bevindt, stuitte ik op een aantal exemplaren die afweken van de vijf voor Nederland bekende autochthone soorten. Deze zeepokken werden op 18 januari 1962 in het P.Z.E.M.-kanaal te Vlissingen verzameld onder leiding van Dr. C. den Hartog, die destijds aan het Delta Instituut verbonden was. Op 18 maart 1965 ben ik zelf ter plaatse gaan kijken en vond toen levende exemplaren van deze zeepok. Prof. Dr. L. B. Holthuis determineerde dit materiaal en dat van 18 januari 1962 als Balanus amphitrite amphitrite Darwin. Voor zover wij hebben kunnen nagaan is deze soort tot nog toe in ons land alleen aangetroffen als begroeiing op wanden van zeeschepen of op drijvende voorwerpen (Holthuis, 1961). Beschrijving van de Nederlandse vindplaats Het „P.Z.E.M.-kanaal" ligt op het terrein van de Provinciale Zeeuwse Electriciteits Maatschappij (P.Z.E.M.) te Vlissingen. De breedte van het kanaal is ongeveer 3 à 4 meter. De zijwanden zijn bekleed met betontegels, die hier als het voor zeepokken benodigde harde substraat funktioneren. De stroomsnelheid van het water in dit kanaal is vrij aanzienlijk, zodat er steeds vers water langs de pokken stroomt. Dit water wordt voordat het in het kanaal terecht komt, als koelwater in de electriciteitscentrale gebruikt. De temperatuur van het water is daardoor hoger dan die van „normaal" kanaalwater. Sinds twee jaar meten wij regelmatig de temperatuur van dit water. Het water is in het gehele kanaal gemiddeld 6 à 7° C warmer dan in het kanaal door Walcheren, gemeten ter hoogte van Middelburg. In de zomer loopt de temperatuur in het kanaal op tot boven 26° C. De laagste water-