De orde van de netvleugelige insekten of Neuroptera is in Nederland nog weinig bestudeerd. Wij kennen thans ongeveer een 60-tal inlandse soorten, waaronder verscheidene die slechts een enkele maal in ons land zijn aangetroffen. Gedurende het Meijendel-onderzoek bleek deze orde in dit Wassenaarse duingebied rijker te zijn vertegenwoordigd dan was gedacht. De eerste waarnemingen hierover dateren van de twintiger jaren, waarbij in verband met de inventarisatie-pogingen de naam van Dr. H. C. Blote met ere mag worden genoemd. In de latere jaren is het onderzoek lange tijd op dit niveau gebleven. Een winstpunt betekende de belangstelling van J. A. W. Lucas en A. C. M. van Dijk voor deze groep, die tijdens hun vlindervangsten op licht, in de jaren 1957 tot 1963 uitgevoerd, ook de Neuroptera verzamelden. Na mijn terugkeer in Nederland heb ik gedurende de jaren 1967 tot 1969 meer in het bijzonder op deze insekten in het Meijendelgebied gelet, waarbij een aantal soorten voor de dag kwam, dat verder onderzoek stimuleerde. In 1970 is door mijn assistent L. Oosterweghel verschillende malen in Meijendel verzameld. Door mijn assistenten C. Scheffer en J. Sparreboom is in 1971 een wekelijkse excursie gehouden van 15 april tot 21 october, met een onderbreking in juli, waarbij met ijver en enthousiasme dit verzamelwerk is uitgevoerd. Deze aktiviteiten hebben er toe geleid dat voor Meijendel en de naaste omgeving 38 soorten Neuroptera bekend werden, dat is ruim 63% van het aantal soorten voor Nederland bekend. Het volgende overzicht is gebaseerd op al deze gegevens. Daarvoor is tevens de collectie aan Neuroptera aanwezig in het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden, nauwkeurig op de oudere vondsten na-