In juni 1969 werd de „Stichting Natuurbehoud Suriname" (STINASU) opgericht (zie Schulz, 1971). Eén van de doelstellingen van deze Stichting is het inventariseren van de Surinaamse fauna en het bestuderen van de oecologie, ethologie en biologie van Surinaamse levensvormen. De kennis van de Surinaamse fauna is over het algemeen nog vrij onvolledig, mede als gevolg van het feit dat revisies van vele der Zuid-Amerikaanse diergroepen nog ontbreken. Deze revisies zijn nodig om de Surinaamse dieren op naam te kunnen brengen. De STINASU is nu begonnen met de bestudering van de vogels en de zoogdieren. Dank zij het standaardwerk van Haverschmidt (1968) over de vogels van Suriname is het mogelijk de meeste soorten op naam te brengen. Voor de zoogdieren bestaat echter nog geen samenvattend werk. Wel werd door mij in 1957 een artikel gewijd aan de apen (Primates) van Suriname en verscheen in 1962 een monografische bewerking van de vleermuizen (Chiroptera) van dat gebied, doch een samenvatting over de andere zoogdieren is tot nu toe niet gepubliceerd. Het kan nog wel één of twee jaren duren voor het handboek over de Surinaamse zoogdieren, dat op het ogenblik door mij samengesteld wordt, verkrijgbaar zal zijn. Dat boek wordt niet alleen rijkelijk geïllustreerd, maar er zullen ook determineertabellen in opgenomen worden, waarmee de dieren tot op de soort of ondersoort (subspecies) zijn te determineren. Tevens wordt in dat werk aandacht geschonken aan de oorspronkelijke beschrijving, de type localiteit, de algemene verspreiding van de soort en van de ondersoort die in Suriname voorkomt, terwijl de vindplaatsen in Suriname worden genoemd waarvan ik materiaal kon onderzoeken (soms aangevuld met gegevens uit de recente literatuur,