In 1918 publiceerde ik in deel IV van de „Zoologische Mededeelingen" op p. 56 e. v. een lijst van de aan de Nederlandsche kust waargenomen Cetaceeën-soorten met vermelding van het in 's Rijks Museum van Natuurlijke Historie te Leiden aanwezige inlandsche materiaal. Sedert dien heeft het Museum een aantal voorwerpen van onze kust ontvaogen, waaronder zich twee soorten bevinden, die wel reeds van onze kust bekend, doch nog niet door inlandsch materiaal in de collectie vertegenwoordigd waren, terwijl twee andere soorten geheel nieuw voor de fauna van ons land zijn. Kogia breviceps (Blainville) — Plaat II. Een hoogst belangrijke aanwinst voor onze collectie is een voorwerp van de dwergpotvisch, Kogia breviceps (Blainville), een zeldzame soort uit het zuiden van den Atlantischen oceaan, van den Indischen oceaan en van den Grooten oceaan, die bij uitzondering is waargenomen aan de Atlantische kust van Noord-Amerika en éénmaal in Europa aan de Fransche kust te Siec bij Roscoff, dep. Finistère, waar 27 December 1905 een ♂ van 2.25 m. lengte levend op de kust geraakte (Y. Delage, Compt. Rend. Acad. Sc. Paris, tome 142, 1906, p. 258). Ons voorwerp spoelde den 13den December 1925 dood te Noordwijk aan Zee aan en door de goede zorgen van den Heer J. Verwey aldaar was ik in staat nog dienzelfden dag er beslag op te kunnen leggen voor de collectie van 's Rijks Museum. Het dier was in nog tamelijk verschen toestand, ofschoon de epidermis reeds op vele plaatsen losgelaten had en verdwenen was. Niettegenstaande het slechts korten tijd op het strand gelegen had, hadden baldadige handen toch kans gezien het dier te beschadigen; zoo ontbra-