Op een tweetal excursies (van 11—13 Juli en van 26—28 September) werden op Urk negen soorten van Apterygogenea gevonden, n. 1.: Hypogastrura viatica (Tullb.). Friesea mirabilis (Tullb.). Onychiurus armatus (Tullb.). Proisotoma schötti (D. T.). Isotoma (Vertagopus) cinerea (Nic.). Isotoma viridis Bourl. Isotoma viridis Bourl. var. riparia (Nic.). Isotomurus palustris (Müll.) var. maculata Schäff. Entomobrya lanuginosa (Nic.). Entomobrya lanuginosa (Nic.) var. maritima (Nic.). Entomobrya nicoleti (Lubb.) var. obscura (Tullb.). Vijf hiervan zijn, daar ze niet voorkomen in de lijst van Dr. OUDEMANS, als nieuw voor onze fauna te beschouwen. Van deze vijf volgt hieronder een korte beschrijving. 1. Friesea mirabilis (Tullb.). De drie thoracale segmenten zijn alle duidelijk zichtbaar en behaard. De beharing is kort, aan het eind van het abdomen iets langer; terwijl noch op thorax of abdomen, noch op de pooten borstelharen met een knopje voorkomen. De antennen zijn korter dan de kop, het vierde lid is kegelvormig en voorzien van 4—5 lange, sterk gekromde ästhetasken; de eindkolf is duidelijk en retractiel. Aan de buitenzijde van het derde lid komt een orgaan voor, dat bestaat uit twee korte zintuigstaafjes, die in een holte ingeplant zijn en door een tweetal haren beschermd worden.