Professor I. Q. van Regteren Altena was zoo vriendelijk mij een aantal teekeningen ter beschikking te stellen, die eens aan het huis Plantijn moeten toebehoord hebben. Immers, sommige daarvan hebben gediend als voorbeeld voor houtsneden in den Herbarius von Dodonaeus van 1618, gedrukt „t'Antwerpen in de Plantynsche Druckerye van Balthasar Moretus" (zie Engel, in: Ned. Kruidk. Arch. 53, 1943, p. 46-55). Wanneer men de fraaie teekeningen vergelijkt met de reproducties in het Cruydtboeck, is het opvallend, dat de teekeningen losser, zwieriger en natuurlijker zijn, terwijl de houtsneden allerlei wijzigingen vertoonen, die klaarblijkelijk aangebracht werden ten einde de figuur in het formaat van het houtblok te doen passen. Toch komen beide tot in finesses overeen en, wat onze opvatting bevestigt, zij zijn elkanders spiegelbeeld. Behalve deze plantenafbeeldingen bevat de collectie nog een teekening van een vogel, Podiceps cristatus (L.), door mij beschreven en afgebeeld in Limosa, Orgaan der Club van Nederlandsche Vogelkundigen, XVI, 1-2, Juni 1943, p. 1-3, en verschillende figuren van visschen en lagere dieren. Voor deze dierenafbeeldingen is van belang een citaat uit: Max Rooses, Christophe Plantin, Imprimeur Anversois, 2me édition, Anvers, 1896, p. 325: „Plantin, qui avait retrouvé Dodoens en Hollande y renouva avec lui les liens d'une ancienne amitié. Au moment du décès du savant botaniste, l'imprimeur rappelle, dans une de ses lettres, l'affection qui les unissait et dit que Dodoens à la fin de sa vie avait commencé une description des poissons et des oiseaux." Wij mogen er hier aan herinneren, hoe Dodoens in 1582 benoemd werd tot professor te Leiden, welke functie hij slechts korten tijd mocht ver-