Na het verschijnen in 1913 van de Beaufort's determinatielijst der Java-ratten 1), is er veel nieuws van de Javaansche Muridae bekend geworden. Omvatte genoemde tabel nog sleehts een 10-tal vormen (waarvan nog een — Mus jerdoni — als onjuist gedetermineerd moet vervallen, doch waaraan een andere soort — Mus musculus — als wel genoemd, doch niet in de tabel opgenomen, moet worden toegevoegd), — thàns zijn er niet minder dan 21 soorten en ondersoorten van Java bekend. Voor de geinteresseerden is zeker een nieuwe tabel, vergezeld van eenigszins uitvoerige beschrijvingen, noodzakelijk. Bovendien werden in het onderstaande eenige korte gegevens over de verspreiding op Java en een paar biologische notities opgenomen. Alvorens nu tot dit eigenlijke onderwerp over te gaan, moet hier echter eerst worden ingegaan op een moeilijkheid, die zich voordeed bij het opstellen van de determinatie-tabel. Waar in deze tabel uiteraard meerdere malen moest worden gewerkt met maten als onderscheidingskenmerk, daar is het zonder meer duidelijk, dat deze maten, om werkelijk bruikbaar te zijn, per soort eenigszins vast moeten liggen, d.w.z. slechts mogen varieeren binnen zekere (en nog wel liefst niet al te wijde) grenzen. We komen zoo als vanzelf tot de kwestie van het fixeeren van deze grenzen. Het is over dit punt, dat hieronder eenigszins uitvoerig zal moeten worden gehandeld. We hebben hier dan natuurlijk altijd te maken met een boven- en met een benedengrens. De bovengrens (de maximale grootte, die een bepaalde soort of eenig lichaamsdeel daarvan kan bereiken) is wel op geen andere manier te ontdekken dan door het nameten van een vol-