Aantekeningen over Nederlandse Ptiliidae (Coleoptera) Twaalf soorten ptiliiden worden voor het eerst voor de Nederlandse fauna gemeld. Voor een vijftal soorten gebeurt dit (deels) op grond van oud collectiemateriaal: Microptilium palustre, Oligella intermedia, Ptilium timidum, P. horioni en Ptinella denticollis. De laatste vier soorten zijn al vele decennia niet meer waargenomen en wellicht uit ons land verdwenen. Acrotrichis sanctaehelenae is de enige soort waarvan het aannemelijk lijkt dat er sprake is van een recente vestiging. Deze soort, die begin jaren 1970 werd beschreven van het eiland Sint Helena, is de laatste jaren in een aantal West-Europese landen ontdekt, onder meer in Engeland. Net als andere invasieve keversoorten heeft zij een voorkeur voor door de mens gecreëerde ophopingen van organisch materiaal, zoals mesthopen. De resterende soorten (Ptenidium reitteri, Ptilium modestum, Ptiliolum wuesthoffi, Acrotrichis lucidula, A. parva en A. rosskotheni) komen mogelijk vanouds in Nederland voor, maar werden tot nu toe over het hoofd gezien. Dit zijn alle zeldzame tot zeer zeldzame soorten, die van slechts één of enkele vindplaatsen bekend zijn. Een mogelijke uitzondering is P. reitteri, die in Zuid-Nederland de noordwestgrens van zijn areaal bereikt, en waarvan geen oudere waarnemingen bekend zijn. Deze soort is hier wellicht als gevolg van een recente areaaluitbreiding beland. Twee soorten, Ptilium caesum en Ptinella tenella, komen te vervallen voor de Nederlandse fauna. Alle vermeende exemplaren van deze soorten blijken namelijk fout gedetermineerd te zijn.