Deze groote en fraaije soort werd door wijlen den Heer FORSTEN, natuurkundig reiziger in Nederlandsen Indië, tijdens zijn kortstondig verblijf op het eiland Halmaheïra of Gilolo, ontdekt. Hij verkreeg daarvan slechts twee voorwerpen, welke thans in het Rijks Museum van Natuurlijke Historie te Leiden prijken, en steeds nog de eenige zijn, die tot dus verre in eenige verzameling worden aangetroffen. De Heer C. J. TEMMINCK, Direkteur van deze wereldbekende instelling, heeft de goedheid gehad, mij deze even als de volgende soorten ter afbeelding en beschrijving af te staan. Zonder afbeelding gaven de Heeren SCHLEGEL en S. MÜLLER van haar alleen een berigt in hun Overzigt der soorten van het geslacht Pitta, blz. 14, hetgeen zij in de Verhandelingen over de Natuurlijke Geschiedenis der Nederlandse!ie Overzeesche Bezittingen, Zoloögie, blz. 1839—1844, bekend maakten. Het is eene der grootste soorten van het geslacht en gemakkelijk aan hare kleuren te onderscheiden, zoo als uit de volgende beschrijving zal blijken. Geheele lengte des vogels .................. 0,800 Ned.el. Lengte des vleugels .................... 0,155 » » — — staarts ................... 0,077 » » — — voetwortels ................... 0,058 » » — — snavels ................... 0,037 » »