Nu de plaats, waar WEBER gedurende bijna veertig jaren gewerkt heeft voor het onderwijs in de Zoologie, op het punt staat verlaten te worden en bij het verschijnen van dezen Feestbundel zeker als laboratorium en gehoorzaal verlaten en de Zoologie in het nieuwe laboratorium gehuisvest is, gaan onwillekeurig onze gedachten terug naar de jaren, die in het oude laboratorium zijn doorgebracht. Hoe aanlokkelijk ook een dergelijke terugblik voor ons, ouderen van dagen, moge zijn, zoo ligt het toch geenszins in mijne bedoeling een historisch beeld te geven van wat er in dien tijd in het laboratorium gewerkt is. Slechts zij er aan herinnerd, dat van 1883 af WEBER eerst als buitengewoon hoogleeraar, maar spoedig daarop als gewoon hoogleeraar de Zoologie en Vergelijkende Anatomie te Amsterdam had te doceeren en de leiding van het laboratorium op hem rustte. Gedurende de eerste jaren stond Dr. C. KERBERT hem als lector ter zijde, sedert 1890 de schrijver van deze regelen. In 1898 waren de plannen voor de „Siboga Expeditie” tot werkelijkheid geworden en in September 1898 nam WEBER zijn ontslag als gewoon hoogleeraar, maar bleef aan de Universiteit verbonden als buitengewoon hoogleeraar, terwijl aan hem tevens het beheer van de vereenigde zoologische verzamelingen van de Gemeente en van het Kon. Zoolog. Genootschap „Natura Artis Magistra” werd opgedragen. Als gewoon hoogleeraar en directeur van het laboratorium volgde schrijver hem toen op.