Ofschoon een systematisch onderzoek naar het voorkomen en de verspreiding van zoogdieren in de Noordoostpolder niet heeft plaats gevonden, zijn de gegevens daarover, die in de afgelopen jaren bekend zijn geworden, toch wel van voldoende belang om in een publicatie vast te leggen. Over de zoogdierfauna van Urk en Schokland vóór de drooglegging staan ons maar zeer spaarzame opgaven ter beschikking. Schokland werd in 1933 door Utrechtse biologen bezocht en volgens mededeling van de heer M. F. MÖRZER BRUYNS werden toen in de omgeving van Middelbuurt huismuizen en bruine ratten aangetroffen. In 1940 is de heer MÖRZER BRUYNS begonnen met een hernieuwd onderzoek naar de zoogdierbevolking van Schokland en de N. O. polder, maar na het voorjaar 1941 kon hij zich hiermede niet meer bezig houden. De door hem bijeengebrachte gegevens zijn helaas niet vastgelegd; de heer MÖRZER BRUYNS was echter zo welwillend mij hieromtrent enige schriftelijke mededeling te doen, terwijl de door hem verkregen resultaten ook voor een deel zijn gepubliceerd door Mej. Dr. A. SCHREUDER ¹).