Steeds meer wordt in de biologische en medische wetenschappen gebruik gemaakt van isotopen als hulpmiddel bij het wetenschappelijk onderzoek. In het hier volgend artikel wordt getracht, aan de hand van enige voorbeelden, een inzicht te geven in hetgeen met deze methode te bereiken is in de dierphysiologie. Beginnen wij met een definitie te geven van het begrip isotoop. De chemische eigenschappen van een element worden bepaald door het aantal positieve ladingseenheden van de kern (overeenkomend met het aantal electronen dat om de kern wentelt). Dit aantal ladingseenheden is gelijk aan het aantal deeltjes met lading 1 en massa 1 (protonen), dat in de kern aanwezig is. De eenvoudigste kern, die van waterstof, bestaat uit slechts één proton. Behalve protonen komen in de kern der overige elementen echter ook ongeladen deeltjes van een massa 1 en lading o voor: de neutronen. Het atoomgewicht van het element is dus gelijk aan de som van het aantal protonen en het aantal neutronen van de kern.