West-Indië heeft zijn naam te danken aan een vergissing. Een grootse vergissing overigens, want toen Columbus in 1492 Amerika ontdekte, meende hijzelf dat hij de Oostelijke eilanden van de Indische Archipel had gevonden. Het verhaal gaat, dat bij de eerste eilanden die Columbus bezocht, ook St. Maarten was (11 November 1492, d.i. op St. Maarten’s dag). Al gauw moet men hebben bemerkt dat dit nog niet de gezochte (Oost)-Indische eilanden waren. Latere expedities hebben het pogen langs deze weg Oost-Indië te bereiken voortgezet, wat tot gevolg had dat reeds in 1498 het vasteland van Zuid-Amerika (o.a. de monding van de Orinicorivier en Suriname) door Spaanse ontdekkingsreizigers werd betreden. Curaçao werd in 1499 ontdekt door Alonso de Ojeda. Zowel de Nederlandse Antillen als Suriname behoren dus tot de eerst ontdekte Amerikaanse gebieden. De naam Indië bleef in het taalgebruik bewaard, ook nadat de eerste reizen om de wereld aan het licht hadden gebracht hoever het oude en het nieuwe Indië uit elkaar lagen. Men noemt de oorspronkelijke bevolking nog steeds Indianen en gebruikt de naam West-Indië voor het gehele Caraibische eilandenrijk. Ook de aangrenzende kustgebieden van Middenen Zuid-Amerika worden er vaak bij gerekend.