Op menig eiland van den Indischen Archipel zijn tertiaire bekkens van sterke daling en sedimentatie geconstateerd. In de literatuur is hun veelal de naam geosynclinaal gegeven. Hun geschiedenis kan als een afzonderlijk verschijnsel en als een afgerond onderwerp beschouwd worden, zelfs indien men de geschiedenis dezer tertiaire z.g. geosynclinalen zou willen opvatten als een onderdeel van de zoo veel langer durende en zeer ingewikkelde historie van dit resteerende deel der Tethys. Ofschoon ik hier niet in stratigraphische bijzonderheden zal treden, zal het toch niet te vermijden zjjn, zoo nu en dan bepaalde niveau’s van het tertiair aan te duiden. Ik gebruik hiertoe de bekende letterindeeling van het Indische Tertiair 1).