Bij het zoeken naar een terrein, waar zoowel stratigrafisch als petrografisch gewerkt zou kunnen worden, viel het oog op de omgeving van het Brembodal. Hiervan bewerkte ik een gedeelte tusschen Caprile en Lenna met als W. grens de waterscheiding over de Pizzo di Mezzodi en Chiappa naar de Disner en de Pizzo di Cusio. In het N. vormde een E.—W. lijn door Caprile sup. naar Sparavera de grens, in het S. het Valle di Lenna en de Brembo, terwijl aan den E. kant als grens werd genomen een lijn van Mojo di Calvi naar Piazzatorre. Ten N.W. hiervan werd gewerkt door den Heer Jong, wiens publicatie binnenkort zal verschijnen, terwijl de Heer Klompé bezig is met de karteering van het gedeelte ten N. van de lijn Caprile—Sparavera. Het veldwerk werd verricht in het voorjaar en in den zomer van de jaren 1926 en 1927. Het verzamelde materiaal, dat ik in het Geologisch Museum te Leiden onderzocht, zal aldaar worden opgeborgen.