Met het Natuurbeleidsplan lijkt, na een lange periode van negatieve ontwikkelingen voor landschap en natuur, eindelijk een keerpunt te worden bereikt. Door een netwerk van natuurgebieden en trekwegen, de “Ecologische Hoofdstructuur”, moet de natuur weer meer kansen gaan krijgen. Naast herstel zal ook ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden gaan plaatsvinden. Eén van de diergroepen die hier van zou kunnen profiteren is de groep van de nederlandse reptielen. Om tot herstel en ontwikkeling te komen zal eerst duidelijk moeten zijn welke eisen de reptielen aan hun omgeving stellen; de zogenaamde natuurgerichte normstelling. Voor de nederlandse reptielen zijn de eisen nog onvoldoende bekend. Aan de hand van een literatuuronderzoek probeert deze scriptie hierop antwoorden te vinden. Per soort worden de verspreiding, het habitat, de home range, de grootte van een levensvatbare populatie, dichtheden, de afmetingen van leefgebieden, verbindingen, barrières, verplaatsingen en de status besproken op grond van in de literatuur gevonden gegevens. Uiteindelijk worden de gevonden gegevens besproken en worden conclusies getrokken, o.a. met betrekking tot het gewenste habitat en de afmeting van de leefgebieden voor een levensvatbare populatie; hierbij wordt uitgegaan van een minimale populatiegrootte van 500 dieren.