Bij milieu-inventarisaties zoals die door verschillende Provinciale Waterstaten worden uitgevoerd, worden verschillende methodieken toegepast. Eén aspect is het onderzoek naar de samenstelling van de makrofauna. Provinciale Waterstaat van Noord-Holland monstert hiervoor twee keer per jaar, één keer in het voor jaar (maart) en één keer in juli-augustus. Het tijdstip van de tweede monstername is voornamelijk bepaald door het tijdstip waarop de sloten geschoond worden. Hierbij wordt uitgegaan van de veronderstelling, dat door het schonen de samenstelling van de makrofauna-gemeenschap ernstig verstoord wordt. Bewijs voor deze veronderstelling is er echter niet. Incidenteel (dus niet hierop gericht) onderzoek door studenten en medewerkers van het ITZ heeft enige twijfel aan de juistheid van deze veronderstelling en het hierop gebaseerde tijdstip van monstername doen ontstaan. Enerzijds lijkt de verstoring tengevolge van het schonen nogal mee te vallen en anderzijds blijkt uit de thans bekende gegevens dat in de nazomer en in het begin van de herfst enkele groepen van organismen tot ontwikkeling komen, die in de zomer niet aanwezig zijn. Dit onderzoek wil nagaan of de veronderstelling, dat door het schonen de samenstelling van de makrofauna ernstig verstoord wordt, wel juist is. Wanner dit niet het geval blijkt, dan zou, om een zo volledig mogelijk beeld van de makrofaunasamenstelling te krijgen, de tweede monstername niet in de zomer (vóór de schoning) maar in het vroege na jaar plaats moeten vinden.