Mede dankzij de gebiedsdekkende inventarisatie door de provincie Zeeland in de jaren zeventig en tachtig zijn er omtrent de Zeeuwse flora in de loop der jaren al veel gegevens op papier gezet. Nu, zo’n twintig jaar later, beginnen deze gegevens aardig gedateerd te raken. Bovendien zijn er ondanks het vlakdekkende werk toch nog redelijk wat ‘witte gebieden’ op de kaart. Reden genoeg om tussen 2001 en 2004 vier speciale inventarisatiekampen te organiseren. Het eerste kamp dat afgelopen jaar vanuit Veere plaatsvond was een succes dankzij een aantrekkelijk programma met goede hokken naast saaie hokken, een uitstekende overnachtingslocatie, goed weer met tot slot een typisch Zeeuwse bui met zware luchten boven de Oosterschelde en bovendien een opkomst 43 floristen van binnen en buiten Zeeland. Niet onbelangrijk te melden dat zowel de provincie Zeeland, het Zeeuwse Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten dit initiatief financieel ondersteunden. De inventarisaties vonden plaats op Walcheren en Noord- en Zuid-Beveland. In totaal werden 47 kilometerhokken geheel of gedeeltelijk onderzocht. Tevens werden van 14 hokken LMF-formulieren ingevuld. Dit alles was goed voor 5.512 waarnemingen betreffende 541 soorten, waarvan 47 Rode-Lijstsoorten. Het LMFproject maakte op een nogal schokkende manier duidelijk hoezeer de plantengroei in relatief korte tijd kan veranderen. In de periode van 1976 tot en met 1997 werden volgens FlorBase in de geselecteerde kilometerhokken 162 waarnemingen van bijzondere plantensoorten genoteerd. Tijdens het FLORON-inventarisatiekamp werden daarvan slechts 55 groeiplaatsen met zekerheid teruggevonden. Dit is niet meer dan 33,5%. Van de 66 soorten werden er slechts 25 teruggevonden (37%). Naar zeldzaamheden als Rozenkransje ( Antennaria dioica), Wollige distel ( Cirsium eriophorum) Akkerdoornzaad ( Torilis arvensis), Bergnachtorchis ( Platanthera chlorantha) en Grote leeuwenklauw ( Aphanes arvensis) werd tevergeefs gezocht. Overigens werden de laatste twee wel op andere plaatsen gezien. Zeer opvallend is dat de voor Zeeland relatief algemene soorten als Gewone agrimonie ( Agrimonia eupatoria), Rode ogentroost (Odontites vernus susp. serotinus), Wilde marjolein ( Origanum vulgare), Dubbelkelk ( Picris echioides) en IJzerhard (Verbena officinalis) binnen de LMF-hokken niet werden teruggevonden.