De spindotterbloem, Caltha palustris L. var. araneosa Steen., nu ook in het noorden van het land gevonden. De veronderstelling door P. Heukels in de Atlas van de Nederlandse Flora 1 (MENNEMA c.s., 1980) geuit, dat de „spindotter” waarschijnlijk een ruimere verspreiding zou kunnen hebben dan de tot dusver bekende (Biesbosch, Oude Maas en misschien Zwolle), blijkt gegrond te zijn. In mei 1980 vonden wij aan de mond van het Reitdiep bij Zoutkamp in een rijke Caltha palustris-vegetatie zeer forse planten met op de „knievormige” knopen kleine adventiefwortels. In de daarop volgende maanden konden wij constateren, dat er zeer fraaie „spinnen” tot ontwikkeling kwamen, zoals VAN STEENIS (1971) heeft beschreven. De waterstand in het Reitdiep wisselde tot voor enkele jaren nogal sterk, terwijl bij het spuien het water sterk stroomde. Na het tot stand komen van de afsluitdijk van de Lauwerszee onderging het waterregime een tamelijk sterke wijziging. Nog meer verbaasd waren wij, toen wij in juni 1980 een tweede rijke vegetatie van de spindotterbloem ontdekten en wel op rietzodden en tussen wilgenbosjes in een „baai” van de Stoenkherne, één van de z.g. waarden in het IJsselmeer. Ook hier kan worden gesproken van een vrij sterk wisselende waterstand en een sterke waterbeweging. Het voorkomen van Caltha palustris is hier echter van recente datum. De eerste dotterbloemen op de waarden verschenen pas in de vijftiger jaren (VAN DER PLOEG, 1971) toen er van „getijden” geen sprake meer was. Wij spraken al eens (VAN DER PLOEG, l.c.) de veronderstelling uit, dat de kolonisatie van de waarden door C. palustris niet vanuit Friesland zou hebben plaatsgevonden, maar vermoedelijk vanuit de IJsseldelta. Men zou in het volgend seizoen in de omgeving van Zwolle de dotters langs de IJsselmond eens moeten bekijken.