STELLA ROSS-CRAIG, Drawings of British Plants, pars XXVI, 48 pl. G. Bell & Sons Ltd., London, 1969 — 16/-s. Nadat wij in het juni-nummer van 1969 het verschijnen van deel 25 van het plaatwerk van Stella Ross-Craig aankondigden, is intussen deel 26 van deze serie verschenen. Ook dit deel is weer alleszins de aandacht van de Nederlandse floristen waard. Het bevat de volgende families: Polygonaceaey Thymelaeaceae, Elaeagnaceae, Loranthaceae, Santalaceae, Euphorbiaceae en Buxaceae. Op enkele uitzonderingen na zijn alle ook in Nederland inheemse vertegenwoordigers van deze families afgebeeld. Deze uitzonderingen zijn: Rumex scutatus L., R. thyrsiflorus Fingerh., Thesium pyrenaicum Pourr., Euphorbia esula L., E. palustris L. en E. seguieriana Neck., soorten die op de Britse eilanden óf geheel ontbreken óf er wel zijn aangetroffen doch er niet inheems zijn. Daartegenover bevat het boek ook enige soorten die niet tot de bij ons inheemse flora gerekend kunnen worden. nl. Koenigia islandica L., Polygonum viviparum L., P. raii Bab., Oxyria digyna (L.) Hill, Rumex longifolius DC., R. rupestris Le Gall, R. pulcher L., Daphne laureola L., Euphorbia peplis L. (dus niet peplus L.!), E. hyberna L., E. portlandica L. en Buxus sempervirens L.