De International Union for Conservation of Nature and Natural Resources (IUCN) houdt zich, zoals de naam aangeeft, bezig met het behoud van natuur en natuurlijke hulpbronnen en met de bevordering van de duurzaamheid van het gebruik van die beide door de mens. De IUCN, die als roepnaam ‘World Conservation Union’ hanteert, zetelt in Zwitserland en heeft 663 leden in 119 landen: 62 staten (waaronder Nederland), 110 overheidsinstellingen, 416 nationale en 38 internationale particuliere organisaties, en 37 leden zonder stemrecht.¹ In Nederland zijn vrijwel alle grote en enkele kleinere natuur- en milieubeschermingsorganisaties aangesloten; de Universiteit van Amsterdam is de eerste Nederlandse wetenschappelijke instelling die is toegetreden. De particuliere leden hebben zich in 1979 verenigd en hebben in 1983 de Stichting IUCN-ledencontact opgericht. Door het brede lidmaatschap van de IUCN – zowel het rijke noorden als het arme zuiden, het kapitalistische westen en het (post-)socialistische oosten, christendom, islam, hindoeisme en andere religies zijn vertegenwoordigd – is de IUCN gehouden aan een cultureel en politiek strategische opstelling ten aanzien van tal van vraagstukken. Eén richting binnen de IUCN die geleidelijk aan zo ver wilde gaan om alle behoud van natuur en natuurlijke hulpbronnen te plaatsen in het teken van maatschappelijke ontwikkeling van de mens (‘conservation for development’), daarmee vooral lippendiensten bewijzend aan regiems in een aantal ontwikkelingslanden, ondervindt de laatste jaren meer en meer kritiek van andere richtingen die de mening zijn toegedaan dat de natuur op zichzelf waard is om te beschermen en te behouden en dat ook die opvatting een volwaardige grond is voor het werk van de IUCN. Deze ethiek klinkt dan ook sterker dan voorheen door in belangrijke IUCN-documenten, bijvoorbeeld in het concept van de vernieuwde World Conservation Strategy, de in 1980 gelanceerde werkfilosofie van de IUCN. Dit concept circuleert sinds juni 1990 onder de naam ‘Caring for the world’ (a strategy for sustainability) voor commentaar en zal volgens plan op 5 juni 1991 worden gepubliceerd.² Maar de IUCN zal om de genoemde strategische redenen ook moeten blijven benadrukken dat goed functionerende ecologische systemen en processen, en daarmee het behoud van soorten, van levensbelang zijn voor de mens: natuurbehoud als voorwaarde voor zelfbehoud.