Determinatie van schermbloemigen levert vaak problemen op als bloemen of vruchten ontbreken. Zo ook bij drie algemene soorten van oevers en moerassen: Apium nodiflorum (Groot moerasscherm), Berula erecta (Kleine watereppe) en Sium latifolium (Grote watereppe). Deze soorten kunnen naast elkaar voorkomen, maar staan lang niet altijd in bloei en hebben een belangrijk deel van het groeiseizoen enkelvoudig geveerde bladen. Apium heeft altijd enkelvoudig geveerde bladen; Berula en Sium zijn zeer variabel wat hun bladvorm betreft, met meervoudig geveerde ondergedoken voorjaarsbladen en enkelvoudig geveerde luchtbladen. Een extra kenmerk voor het onderscheiden van Apium, Berula en Sium is het aantal dwarsschotjes in de bladsteel van de onderste (lucht)bladen. Deze dwarsschotjes zijn te beschouwen als de plaatsen waar blaadjes niet tot ontwikkeling zijn gekomen. Bij Apium ontbreken dwarsschotjes, Berula heeft er één en Sium enkele. Het onderstaande ezelsbruggetje (Tabel 1) met de alfabetische volgorde van de geslachtnamen werkt heel goed.