Tolmiea menziesii Torr. et Gray. In 1956 werd mij door de heer Huese te Sneek een plant ter determinatie getracht afkomstig uit het hos van Epema-State te IJsbrechtum. Het bleek te zijn het bekende “kindje op moeders schoot” en bij nader onderzoek bleek mij, dat de plant daar op een beschaduwde plek op humeuze bodem zeer florissant groeide en bloeide. Zeker enkele vierkante meters waren bedekt met een gemengde vegetatie van Tolmiea en Geranium robertianum L. ’s Winters raken de planten min of meer onder afgevallen bladeren bedekt. Hoe de plant daar gekomen mag zijn, heb ik niet kunnen ontdekken; zeker lijkt mij wel dat zij er reeds tientallen jaren zal hebben gestaan. Naderhand bleek mij, dat Tolmiea op overeenkomstige wijze voorkomt in het bos Vijversburg bij Zwartewegsend (onder Rijperkerk). De chef-tuinman, de heer G.D. Duursma, deelde mij mee, dat hij zelf, jaren geleden, één broedplantje onder de bomen had geplant, om na te gaan hoe de plant, die hij in 1923 uit de Groninger Hortus had ontvangen, zich als tuinplant zou gedragen. (In de hortus werd ze als warme kasplant gekweekt). Sindsdien heeft de plant zich op Vijversburg zeer sterk uitgebreid en verscheidene strenge winters doorstaan.