De door Linnaeus (1753) beschreven Juncus bufonius L. is een soort die de gemoederen van vele botanici in opstand heeft gebracht. Het is gebleken, dat er een aantal verwante taxa zijn waarvan de systematische betekenis nooit geheel duidelijk is geworden. Vele botanici hebben zich dan ook beijverd nieuwe soorten te beschrijven, anderen durfden dit niet aan en beschreven de van de typische J. bufonius afwijkende planten als ondersoorten of variëteiten van J. bufonius. Tot deze afwijkende typen behoren J. foliosus Desf., J. sphaerocarpus Nees, J. sorrentinii Parlat. (een Sardico-Siciliaans endeem), J. mutabilis Savi, J. ranarius Song. & Perr. en J. ambiguus Guss., elk met een aantal synoniemen. J. foliosus (vlakke, tot 2 mm brede bladeren) en J. sphaerocarpus (bloemen klein, met 2-3 mm lange bloemdekbladen en kogelronde vruchtbeginsels) staan geheel apart en zijn beide zonder enige twijfel goede soorten, of eventueel “kleine soorten” binnen de collectiefsoort J. bufonius L. Ook J. sorrentinii is een duidelijk van de andere vormen te onderscheiden type (zeer lang onderst schutblad, meestal veel, zelfs tot 20 bloemen bijeen in een waaiervormige bloeiwijze, bloemdekbladen tweemaal zo lang als het vruchtbeginsel).