Op 14 Jan. 1952 vond de heer E.E. van der Voo op een oud bruggetje ten noorden van Woerden, gemeente Kamerik, oen groeiplaats van Asplenium trichomanes. Hiervan werd melding gemaakt in een rapport van do Afd. Natuurbescherming van het Staatsbosbeheer van de hand van de heer J. van der Veer (14 April 1955). Dit rapport kwam ter kennis van Ir. N. Roorda van Eysinga, Directeur van het Zuid-Hollandsch Landschap en deze verzocht de heer Kipp, Bosbouwkundig Ambtenaar van de Prov. Planologische Dienst on mij de groeiplaats te bezoeken en plannen voor te bereiden het gehele bruggetje zo nodig naar elders over te brengen, wanneer dit gevaar liep door de eigenaar afgebroken te zullen worden. Dit gevaar is niet denkbeeldig want de muren staan niet goed recht meer en alle dergelijke bruggetjes in de omgeving zijn in de loop der jaren reeds door meer solide bouwsels vervangen. Bij het bruggetje aangekomen zag ik op 18 Dec. 1956 direkt een 100 tal prachtige planten van de genoemde Asplenium trichomanes tegen het oostmuurtje.