In Juni, Juli en September 1955 werden aan de oever van het gedeelte van de Maas, dat door het Juliana-kanaal is afgesneden, resp. door een I.V.O.N.-excursie, de excursie van de Commissie voor het Floristisch Onderzoek uit de K.N.B.V. en ondergetekenden een opvallend groot aantal adventieven verzameld, waarvan een 10-tal nog niet eerder in Nederland was aangetroffen. Door de zeer lage waterstand hadden deze adventieven zich volop kunnen ontwikkelen op plaatsen, waar door het graven van grint vele kuilen waren ontstaan en op de zand- en rolsteenstrandjes aan de luwe zijde van de bochten van de rivier. De zaden en vruchten zijn wel zeker door de Maas aangevoerd van hogerop in het stroomgebied gelegen fabrieken en losplaatsen; de wolfabrieken aan de Vesdre hebben waarschijnlijk een belangrijk aandeel in deze aanvoer gehad. De gevonden soorten zijn voor een groot deel oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse Zee – gebied. Hieronder volgt eerst een lijst van de vindplaatsen en data, daaronder de zo goed als volledige lijst van de aangetroffen soorten. De nummers achter de soorten geven de vindplaatsen aan; de namen der voor de eerste maal in Nederland gevonden taxa zijn onderstreept. Vindplaatsen: (1) Maasoever tussen Obbicht en Grevenbicht; 7-VI, 20-VII, 23-IX-1955. (2) idem bij Meers, gem. Elsloo; 9-VI, 21-VII, 23-IX-1955. (3) idem ten N. van Grevenbicht; 8-VI-1955. (4) idem tegenover Maaseyck; 22-VII-1955. (5) idem bij Uhe en Laak; 24-IX-1955.