Onder bovenstaande titel ontvingen wij op 3 februari 1959 een uitvoerig artikel van de heer L. Grégoire te Maastricht. Intussen is dit artikel al gepubliceerd in het Nat, Hist. Maandbl. Limburg, waardoor wij voor het Correspondentieblad menen te kunnen volstaan met het volgende korte uittreksel: Als aanvulling op het artikel van Chr.G. van Leeuwen in Corr.bl. no.9, p. 97, geeft Grégoire ook nog als oen der mogelijke oorzaken van het verdwijnen van C. calcitrapa de intensieve onkruidbestrijding van de laatste tientallen jaren. Grégoire vermeldt verder, dat hij in 1937 de soort in 20 à 30 exemplaren aantrof op de Maasmolendijk te Maastricht, langs de westelijke Maasoever. Op dezelfde plaats werd C. calcitrapa reeds omstreeks 1900 door De Wever gevonden, en door deze vermeld in het Jaarb. Hat. Hist. Gen. 1920-’23, p. 30, zodat ze dus de veranderingen in het terrein; verbonden aan de houw van de Wilhelminabrug in 1928-’32 on de inrichting van de Wilhelminakade had overleefd. In de Jaren volgende op 1937 breidde de plant zich weer uit; in 1957 waren er nog 40 à 50 planten aanwezig. In dat jaar werd ter plaatse steenpuin gestort en een verharde weg aangelegd, waardoor alle vegetatie gedood werd.