Een eventuele veelvormigheid van de wolverlei, Arnica montana L., heeft in ons land, voor zover mij bekend, geen aanleiding gegeven tot een onderverdeling dezer soort. In Portugal is dat wel het geval; A. de Bolos beschreef in 1948 in het tijdschrift Agronomia Lusitanica 2 ondersoorten voor het Iberische schiereiland, resp. subsp. montana en subsp. atlantica. (Op nomenklatuurkwesties gaan wij hier niet verder in). De eerstgenoemde ondersoort zou tussen 1000 en 2800 m voorkomen in het Middeneuropese bergland, de Alpen en de Pyreneeën en alleen in het uiterste N. van haar areaal hij uitzondering afdalen tot 400 à 500 m. De subsp. atlantica is in haar voorkomen op het Iberische schiereiland en in Z.- Frankrijk zuiver atlantisch; voorkomend tussen 60 en 1000 m, vindt men haar meestal op een hoogte beneden 400 m. Het verschil tussen beide ondersoorten, hier in tabelvorm weergegeven, berust op de volgende eigenschappen: