Bij een bezoek aan Schiermonnikoog, in september 1958, zagen wij een interessant verschijnsel met betrekking tot het kiemen van zaden. Aan de noordzijde van het eiland, 200 m ten oosten van de Reddingsweg, bevindt zich een duinvlakte, begroeid met een Juncus gerardi-gezelschap met o.a. Potentilla anserina, Agrostis stolonifera, Glaux maritima en Samolus valerandi. Door deze vlakte is vorig jaar een greppel gegraven van ongeveer een halve meter diep. De strekking van de greppelwanden is n.w.-z.o., de helling 45°.