In een duinvegetatie met zomprus en knopbies bij het Kennemermeer verhuizen veel individuen van Coleophora taeniipennella na het derde stadium van de oorspronkelijke voedselplant, zomprus, naar knopbies. De afgelegde afstanden variëren van 5 tot 35 m en grotere percelen met struiken belemmeren de mobiliteit. De rups, die in een zakje leeft, kan zich in knopbies op verschillende plekken verpoppen: helemaal in het binnenste gedeelte van een hoofdje, soms zelfs naast een cocon van het vlindertje Glyphipterix schoenicolella, of op de buitenste schutblad. In knopbies neemt de rups blijkbaar geen voedsel op, temeer om dat de structuur van het knopbiesnootje een reeks van aanpassingen vereist. Noch voedselgebrek in de doosvruchten van de zomprus, noch bescherming tegen sluipwespen lijkt de verhuizing te verklaren, die daardoor een raadsel blijft. Ook in het Noordhollands Duinreservaat en op het Duitse Waddeneiland Borkum zijn zakjes van C. taeniipennella in hoofdjes van de knopbies gevonden, maar niet op Texel en in Zuid-Duitsland.

, , , , ,
Entomologische berichten
Staff publications

Ernst, W. H. O., van Nieukerken, E., & Koster, S. (2013). Waarom verhuizen rupsen van Coleophora taeniipennella (Lepidoptera: Coleophoridae) na het derde stadium van zomprus naar knopbies?. Entomologische berichten, 73(2), 42–47.